Over ons | Privacy beleid | Contact & informatie
Home»Putboringen»Boorsystemen

Boorsystemen voor putboringen

Er zijn verschillende boormethoden. De boormethoden die wij kunnen uitvoeren zijn:

  • spoelboring
  • hamerboring of luchtboring: in rotsachtige formaties
  • avegaarboring : holle en volle avegaar
  • zuigboring

Wij kunnen deze boormethoden uitvoeren omdat ons machinepark uitgerust is met verschillende soorten machines. Zo kunnen we boringen uitvoeren over heel België maar ook internationaal. De boordiepte verschilt van gebied tot gebied. De putboringen worden enkel machinaal uitgevoerd. 

Spoelboring

De spoelboring is de door ons meest gebruikte methode voor putboringen. Het is meestal een onverbuisde boortechniek waarbij men enkele honderden meters diep kan boren. Een spoelboring dient enkel uitgevoerd te worden in zachte formaties en gesteenten zoals bijvoorbeeld: zand, klei, krijt, mergel,...) Bij de uitvoering van een spoelboring wordt een roterende getande boorbeitel benut. Deze boorbijtel wordt vervolgens bevestigd aan een holle boorbuis. Zo wordt de grond losgemaakt. De deeltjes die loskomen worden via een spoeling naar boven gebracht. De verschillende lagen met sedimenten worden gescheiden van het water. Het water zal opnieuw gebruikt worden voor het naar boven brengen van de deeltjes. De spoeling dient eveens om de boorgatwand stabiel te houden.

Indien het boorgat dreigt in te storten, dient de spoelboring verbuisd te worden uitgevoerd, dit wil zeggen dat er stalen buis in het boorgat zal worden ingebracht. Hierdoor zal men voorkomen dat het boorgat instort.  

Hamerboring

Een hamerboring dient om in rotsachtige formaties te boren. De hamerboor maakt klop- en draaibewegingen en maakt zo de rotsachtige formaties los. De hamerboor wordt aangedreven door een compressor. Zo ontstaat er luchtdruk. Deze luchtdruk zorgt dat de verbrijselde stukjes rots of gesteente naar boven worden gebracht. Deze techniek wordt vooral in Wallonië en streken met krijt en Silex lagen uitgevoerd omdat daar harde gesteenten zijn gesitueerd.

Avegaarboring

De avegaarboring is een methode met een spiraalboorsysteem en  wordt veel gebruikt op vuilstorten. Het is een droge boring. Holle avegaarboren gebeurt met buizen waarop aan de buitenkant spiralen zijn aangebracht, die onderaan is afgesloten met een verloren punt. Op de bereikte diepte kan dan een peilbuis aangebracht worden.

Doordat de holle avegaar feitelijk werkt als een schroef en tijdens de putboring veel bodemmateriaal omhoog transporteert, is deze methode niet geschikt voor het maken van profielbeschrijvingen.

De volle avegaarboor bestaat uit een spiraal die wordt rondgedraaid door een boormotor. Door de draaiende beweging schroeft de boor zichzelf in de grond. De boor wordt telkens met een verlengstuk verlengd tot de gewenste boordiepte is bereikt. Vervolgens wordt de met grond gevulde boor omhoog getrokken. Deze methode kan alleen worden toegepast in min of meer cohesieve gronden, omdat anders het boorgat instort tijdens het trekken van de boor.

Mits goed uitgevoerd, wordt de bodem bij een volle avegaarboring nauwelijks geroerd. Deze techniek is daardoor geschikt voor het nemen van bodemmonsters ten behoeve van milieukundig en archeologisch bodemonderzoek en het maken van profielbeschrijvingen. 

Afhankelijk van de grondslag en de gebruikte boordiameter kunnen dieptes tot meer dan 30 meter worden bereikt.

 

Zuigboring

In tegenstelling tot een spoelboring waarbij de neerwaartse watertoevoer via de boorstangen verloopt en de bij de boring vrijkomende grond via de ruimte tussen de boorstangen en de boorwand (de zogenaamde annulaire ruimte) omhoog wordt getransporteerd, verloopt bij de zuigboring de wateraanvoer via de annulaire ruimte en komt de vrijkomende grond omhoog door de boorbuizen.

Bij deze techniek wordt een zeer grote boorbuis in de grond gedrukt of gedraaid. Bij een zuigboring wordt er bovenin in de boorbuis een onderdruk aangebracht door middel van water. Het water zal zorgen voor voldoende overdruk op de binnenwanden, waardoor de put niet zal dicht vallen. Deze boormethode kan zeer veel problemen veroorzaken bij het doorboren van harde kleilagen.  

Bij een zuigboring wordt de opwaartse transport door de boorbuizen verzorgd door een pomp.

De grond wordt tijdens het boren losgemaakt met een beitel die aan de roterende boorbuizen is bevestigd. De met het water vrijkomende uitkomende grond wordt over een aantal bezinkbakken geleid en weer teruggebracht in het systeem. Direct voordat de grond met de boorspoeling in de bezinkbakken verdwijnt wordt een monster genomen.